In het kader van het slotfestival LICHTING RITCS vertelt masterstudent Jaan Stevens over zijn kijk op het vak dat hij leerde in de afstudeerrichting Documentaire. Zijn film voor Eunice werd geselecteerd door curator Annabel Verbeke voor Tranche de RITCS.
Waarover gaat je eindwerk?
Mijn documentaire voor Eunice gaat over twee zusjes met Ghanese roots van zeven en negen die in een kansarme wijk wonen op Linkeroever. Vooral de jongste laat haar omgeving hard binnenkomen, en verliest doorheen de film heel snel haar kinderlijkheid. Ondertussen heb ik de zusjes bijna een jaar gevolgd, maar ik wil ze graag filmen tot ze achttien worden.
Waarom heb je voor documentaire gekozen?
Om een goede documentaire te maken moet je niet alleen een boeiend onderwerp vinden, maar heb je ook en vooral een intieme samenwerking op menselijk niveau nodig. Zo probeer ik genoeg de camera aan de kant te zetten en bewust mijn tijd te nemen om een hechte band op te bouwen met mijn personages zodat ze mij vertrouwen.
Ook met mijn geluidsman ben ik heel close. Eigenlijk wordt hij een beetje een tweede regisseur met eenzelfde gevoeligheid ten opzichte van de personages.
Een documentaire maken betekent voor jou ook constant studeren.
Tijdens mijn research bestudeer ik zo veel teksten en artikels dat ik oppik uit de sociologie of de filosofie wat ik zelf op dat moment nodig heb om mijn film te kunnen maken.
Natuurlijk ga ik daarbij veel subjectiever te werk dan een universiteitsstudent zou doen, maar dat hoort bij het vak. Als documentairemaker weet je dat er niet één realiteit is, maar dat je je eigen realiteit moet zoeken.