"Niets is zeker, alles is wankel. Niemand is alleen, iedereen is samen."
Het was zoals voor velen ook een bewogen jaar voor onze Masters Acteren. De eerste lockdown zette de theaterpraktijk on hold, waardoor spelen voor hen tijdelijk geen optie was. Op 18 mei gingen de deuren van de studio’s terug open en konden de studenten beginnen aan een workshop met Herwig Ilegems. Een samenwerking die hen tot op de planken van het Kaaitheater bracht, voor het einde van hun parcours als student. Yanu Schepens blikt terug op het proces met Ilegems en de voorstelling ‘Paragypsiet’ die hij samen met het nieuw theatercollectief Traumafestival realiseerde.
Hoe voelt het om af te studeren?
Yanu: Het voelt eigenlijk niet anders. Het doel van de opleiding was altijd het maken en ontwikkelen van een werk waar mensen naar kunnen kijken. Dat is niet anders als afgestudeerde.
Jullie zijn als Masters Acteren afgestudeerd met een workshop onder begeleiding van Herwig Ilegems.
Hoe is het creatieproces verlopen?
Yanu: De eerste fase van het creatieproces was vooral online, wat op dat moment natuurlijk wat behelpen was. Gelukkig kregen we uiteindelijk groen licht om fysiek met elkaar te kunnen werken. Herwig nam teksten mee, veel daarvan waren in het tragikomische genre. Iedereen heeft elke tekst minstens 1 maal gedaan. Uiteindelijk hebben we de fragmenten verdeeld onder ons. De focus van het werk was geloofwaardigheid en spelplezier, waar we in deze tijden als spelers wel nood aan hebben. Uiteindelijk hebben we gespeeld op een zeer lichte, onproblematische manier zonder te pretenderen dat we een volledig afgewerkte voorstelling hadden.
Hoe heb je het theatermaken ervaren in deze Corona-tijden? Hoe was het om voor een beperkt publiek op te treden?
Yanu: Ondertussen hebben we met ons nieuw Theatergezelschap 'Traumafestival', dat ik deel met onder andere Winne Verbrugghe en Gökhan Girginol, een paar keer kunnen spelen. We speelden eind september in een kleine circustent waar maximum 25 tot 30 mensen konden plaatsnemen door de corona maatregelen. We zorgden ervoor dat de voorstelling een zeer intiem karakter kreeg. Op die manier gaf het beperkt aantal toeschouwers het stuk een extra dimensie. Dus ik mag over die ervaring niet klagen. Natuurlijk is het voor andere producties natuurlijk fijner om het met meer mensen te kunnen delen.
Op welke aspecten van de performance ben je het meest trots?
Yanu: Voor de Masterproef was het onproblematische en het pretentieloze karakter. Gewoon samen een fijne avond beleven met de mensen die er toen waren. Maar het project van het jaar was voor mij wel ‘Paragypsiet’. Dankzij deze voorstelling is ook ons gezelschap Traumafestival echt ontstaan. Het zat er natuurlijk aan te komen dat er een gezelschap ging komen met enkelen van het collectief. Maar door de voorstelling is het echt ontstaan.
Wie zijn je grote (internationale) voorbeelden?
Yanu: Ik ben niet echt bezig met voorbeelden of bezig met het verafgoden van anderen. Natuurlijk kan ik wel genieten van andere mensen hun werk. Maar we zijn toch vooral bezig met het ontwikkelen van onze eigen Traumafestival taal.
Wat zijn je plannen voor de komende maanden?
Yanu: We zijn momenteel in gesprek over een nieuwe voorstelling en een aankoop van een eigen circustent. En we spreken veel over toekomstige projecten. Zoals bijvoorbeeld de voorstelling ‘Panku', de bachelorproef van Traumalid Gökhan Kızılbuğa. Dat is een project dat we graag eind januari willen starten.
Wat neem je als maker mee uit je ervaringen op het RITCS?
Yanu: Het werkproces van paragypsiet is toch het alles wat ik de voorbije jaren heb meegenomen. Qua spelstijlen alsook de inhoud van de voorstelling. Het blootleggen van de problemen die er zijn binnen de sector en een opleiding alsook de wereld waar we in moeten leven. De trauma's die we kunnen oplopen, het vinden van een gekozen artistieke familie. Niets is zeker, alles is wankel. Niemand is alleen, iedereen is samen.